Stenen monumentale gebouwen en standbeelden kunnen begroeid raken met algen, mossen en korstmossen.
Afhankelijk van de staat van begroeiing kan het noodzakelijk zijn de begroeiing te verwijderen.
Algen vormen een ééncellige, groene aanslag of dunne korst op het oppervlak en vestigen zich vaak al binnen een jaar. Pas daarna komen de mossen en korstmossen op. Mossen
zijn kleine groene plantjes en groeien vooral op vochtige plaatsen.
Korstmossen bestaan uit een combinatie van schimmel en alg en komen vooral voor op relatief droge plaatsen.
Mossen en korstmossen hebben een voorkeur voor een bepaalde ondergrond zoals zuur gesteente of juist kalkrijke steen.
De instandhouding van een monument staat altijd voorop bij de keuze om deze begroeiing te verwijderen. De schade van algen, mossen en korstmossen valt vaak
mee. Meestal is de aantasting ondiep, afhankelijk van de hardheid van de steen.
De instandhouding van een monument staat altijd voorop bij de keuze om deze begroeiing te verwijderen. De schade van algen, mossen en korstmossen valt vaak mee. Meestal is de
aantasting ondiep, afhankelijk van de hardheid van de steen.
Wanneer de begroeiing storend is, kunnen de verwijderen wordt het wegnemen van de begroeiing bedoeld, bijvoorbeeld door het reinigen met een hogedrukreiniger of door te borstelen of te schrapen.
Bestrijding betekent het doden van de begroeiing. Stomen is in dit geval het meest effectief. Met hogedruk reiniging moet, in verband met blijvende beschadigingen, voorzichtig worden omgegaan.
Desgewenst is het aan te raden om een proefstuk te maken alvorens het geheel te reinigen. Ook is met een biologische algendoder een redelijk resultaat te verkrijgen.