Koetshuis Het Stroot

Aan de Strootsweg in Enschede op nr. 405 staat een markant gebouw van rode baksteen. Het is het voormalige koetshuis van de buitenplaats Het Stroot, ooit het bezit van de textielfabrikant Gerrit Jan van Heek (1837-1915). Die liet het in 1894 bouwen om er zijn paarden en rijtuigen te stallen. In het middelste deel van het gebouw bevond zich een koetsierswoning annex tuigkamer. De architect was Gerrit Beltman.

In de afgelopen 125 jaar heeft het gebouw verschillende functies gehad. Gerrit Jans zoon Arnold van Heek (1882-1972) veranderde het koetsiersonderkomen in een chauffeurswoning en de rijtuigstalling in een ‘moderne’ garage. De imposante hoge inrijdeuren werden vervangen door een brede stalen schuifdeur om het in- en uitrijden van de automobielen te vergemakkelijken. Boven de ingang kwam een overkapping van staal en glas. Eind jaren twintig had men het exterieur al ontdaan van z’n fraaie sierelementen.

De laatste 25 jaar van de 20ste eeuw werd de paardenstal alleen nog gebruikt voor het stallen landbouwmachines, de garage als opslagruimte. Arnold van Heeks kleinkinderen Arnold en Marlies Enklaar besloten het oude koetshuis voor verder verval te behoeden en het te verbouwen tot kantoor. Aldus geschiedde in 2009-2010.

De oude elementen zijn grotendeels teruggebracht, en wat eerst de achterkant was, is nu de voorkant geworden door er een nieuwe ingang voor te zetten – maar dan wel in oude stijl. Het gebouw oogt volkomen authentiek, maar is onzichtbaar voorzien van de modernste snufjes. De huuropbrengst vormt een welkome aanvulling op het budget van het landgoed

‘Tja, wat doe je met een gebouw dat zo lang leeg heeft gestaan? Eigenlijk kostte het alleen maar geld, terwijl het ook geld kan opbrengen, zo dachten mijn broer en ik. We wilden er in ieder geval geen horecagelegenheid in hebben, want dat zou veel ongewenst lawaai en drukte met zich meebrengen. We kozen voor de bestemming van kantoorruimte. Dankzij subsidies van Rijk en provincie konden we in 2009 van start gaan. Inmiddels loopt het goed. Het was een gok, maar gelukkig bleek er juist veel vraag te zijn naar dit soort kleinschalige, historische kantoorlocaties. Met de huurinkomsten kunnen we het landgoed draaiende houden.’