Instandhoudingsplicht van eigenaren van monumenten.
In de huidige Monumentenwet is niet expliciet een instandhoudingsplicht opgenomen voor eigenaren van monumenten. De overheid koos ervoor om eigenaren te stimuleren tot onderhoud door middel van subsidies en belastingaftrek. Ook in 2018 zijn onderhoudskosten aan een monumentenpand aftrekbaar, naar verwachting wordt deze regeling in 2019 omgezet naar een subsidieregeling.
De Erfgoedwet heeft de Monumentenwet 1988 vervangen als het gaat om gebouwde monumenten en archeologie. Daarnaast gaat de Erfgoedwet ook over roerend erfgoed. Onderdelen van de Monumentenwet die de fysieke leefomgeving betreffen, zoals vergunningen, gaan naar de Omgevingswet die in 2021 van kracht wordt. Voor de periode 2016-2021 geldt een overgangsregeling.
Uit de bepalingen van Erfgoedwet blijkt dat artikel 11 van de Monumentenwet 1988 van toepassing blijft: Het is verboden een beschermd monument te beschadigen of te vernielen; artikel 10 overgangsrecht voeg daaraan toe dat ook het onthouden van onderhoud dat noodzakelijk is in verband met de instandhouding verboden is. Samengevat: Het is verboden een beschermd monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan het onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding noodzakelijk is. De eigenaar voldoet niet aan de instandhoudingsplicht als:
  • Het object niet wind- en waterdicht is;
  • de specifieke onderhoudscyclus van een onderdeel van het monument aantoonbaar verlopen is;
  • de eigenaar langdurig nalaat om noodzakelijk onderhoudswerk te verrichten;
  • deze situatie leidt tot verval van onderdelen en/of bouwdelen waardoor de instandhouding van het Rijksmonument niet gewaarborgd is.
In de recente jurisprudentie, b.v. zaaknummer: AWB/ROE 16/4052, rechtbank Roermond 14 juni 2017, heeft de rechter vastgesteld dat verkoop van het pand niet leidt tot legalisatie en dat ernstige financiële gevolgen voor de eigenaar geen reden zijn tot matiging van een dwangsom, zolang die in een redelijke verhouding staat ten opzichte van de geconstateerde overtreding. Er is geen sprake van een bestuurlijke boete maar van een herstelsanctie.

 

 

De gemeente is wel gehouden tot een uitgebreid onderzoek en technische inspectie, maar uiteindelijk kan een gemeente de eigenaar een last onder dwangsom doen toekomen waarin een termijn gesteld is waarbinnen de gebreken moeten zijn verholpen. Naast deze maatregel op basis van bestuursdwang is er ook een strafbepaling in de wet opgenomen. Deze bepaling is vooral van belang in relatie met onroerende cultureel erfgoed.
De instandhoudingsplicht heeft betrekking op rijksmonumenten. Het beleid van veel gemeenten voor gemeentelijke monumenten is rechtstreeks op dat voor rijksmonumenten geïnspireerd.
Zo is in de Model Erfgoedverordening uit 2016 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een instandhoudingsplicht voor gemeentelijke monumenten en een strafbepaling opgenomen.
Auteur: Willem Fhij.
Hebt u naar aanleiding van dit artikel vragen over bijvoorbeeld het opstellen van een meerjaren onderhoud plan? Stuur dan een mail naar info@cultureelerfgoedenschede.nl