De Menisten kerk in de Stadsgravenstraat
Vanaf de oude Markt is de voormalige Menistenkerk in de Stadsgravenstraat nog net te zien. Vanaf 1769 heft op deze plaats de Menistenkerk gestaan die bij de stadsbrand van 7 mei 1862 geheel werd verwoest. De kerk werd echter herbouwd en opnieuw in gebruik genomen in 1864. De doopsgezinde gemeente heeft het kerkgebouw in 1971 verkocht waarna het verschillende bestemmingen heeft gehad.

Het pand dat eigendom was van Harry Lindeman en is inmiddels gerenoveerd. Architect Andre Beumers heeft een ontwerp gemaakt van zowel de buitengevel en het interieur van de voormalige kerk. Voor de voormalige kerk is inmiddels een nieuwe bestemming gevonden.
Ontstaan van de doopsgezinde gemeente.
De doopsgezinde gemeente in Enschede is vermoedelijk gesticht in het midden van de zestiende eeuw. Tot de eerste leden behoorden verscheidene immigranten uit Westfalen, onder wie de familie Blijdenstein. Het was een kleine gemeente die haar godsdienstoefeningen in huiskamers hield.
Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen.
 Op grond van een besluit van de Raad van Enschede van 19 maart 1660 waren de doopsgezinden vrijgesteld van het verrichten van gewapende dienst in de plaatselijke schutterij. Voor de afkoop van deze verplichting waren zij wel jaarlijks een bepaald bedrag aan het stadsbestuur verschuldigd.
Van september 1665 tot april 1666 en van juni 1672 tot april 1674 was Enschede bezet door de troepen van de bisschop van Münster. De enig toegelaten godsdienst in die jaren was de rooms-katholieke. Voor de doopsgezinden betekende dit dat zij hun godsdienstoefeningen in het geheim moesten houden. Zij deden dat in een schuur van de boerderij “Den Haimer” in Twekkelo. De Ring Twente van Doopsgezinde Gemeenten plaatste hier op 6 juli 1926 een gedenksteen, die er nog altijd staat.
De doopsgezinde gemeente van Enschede behoorde evenals die van Almelo tot de ‘Zonsche Sociëteit’, een wat strengere richting in die dagen, zij het niet zo streng als de Groninger Oude Vlamingen in Borne en Hengelo (zie aldaar).
Bij de politieke tegenstellingen in de tachtiger jaren van de achttiende eeuw kozen de Enschedese doopsgezinden voor de partij van de Patriotten. En toen met de komst van de Bataafse Republiek doopsgezinden ook toegang kregen tot overheidsambten – voor die tijd was die mogelijkheid er niet –, maakten vooraanstaande doopsgezinden in Enschede daarvan gebruik.
Hun leraar Ds. Jacob Hendrik Floh werd in 1796 gekozen tot lid van de Nationale Vergadering in Den Haag. Hij was secretaris van de commissie die een nieuwe staatsregeling moest ontwerpen, en tevens lid van de onderwijscommissie.
In 1798 werd hij secretaris van de Eerste Kamer van de volksvertegenwoordiging. In 1799 beëindigde hij zijn politieke carrière en keerde hij naar Enschede terug. Hij combineerde zijn predikant schap vervolgens met het secretariaat van de Commissie van Onderwijs in Zwolle en de functie van schoolopziener.
Hij heeft vele publicaties op zijn naam staan. De doopsgezinde Jan Bernard Blijdenstein (1756-1826) werd in 1798 ‘burger-representant’ in het Vertegenwoordigend Lichaam van de Bataafse Republiek. In 1811 werd hij maire van Enschede, daarna (tot 1819) burgemeester.
Kerkgebouw.
Nadat in 1698 een kamer in het huis van de familie Van Lochem was vergroot tot kerkzaal, werd in december 1769 het eerste kerkgebouw in gebruik genomen aan de Stadsgravenstraat. In 1786 werd een kerkorgel geplaatst. De in 1769 gebouwde kerk ging bij de grote stadsbrand van 7 mei 1862 in vlammen op. Op dezelfde plaats werd een nieuwe kerk neergezet, die in 1864 in gebruik werd genomen.
Dit kerkgebouw staat er nog steeds, zij het met een andere bestemming. De doopsgezinde gemeente verkocht de kerk in 1971 en nam in het jaar daarop het huidige kerkgebouw aan de Wooldrikshoekweg in gebruik.
Nieuwe gemeente in Duitsland.
Vanuit Enschede werd in 1888 de Mennonitengemeinde in Gronau gesticht. Tot januari 1923 was deze gemeente met Enschede in een combinatie – de Enschedese predikant diende ook de gemeente in Gronau – verbonden.

Fusie.
In 1971 fuseerden de doopsgezinde gemeenten van Enschede en Hengelo tot de doopsgezinde gemeente Twente Oost. De doopsgezinde gemeente Enschede telde in 1698, 60 leden, in 1771, 73 leden, in 1842, 126 leden, in 1882,  146 leden , in 1900, 180 leden , in 1940, 520 leden  en in 1971, 500 leden.
Predikanten.
Van de voorgangers die de gemeente vanaf omstreeks 1698 had, waren de eerste vier liefde- of lekenpredikers, d.w.z. ongestudeerde leraren. Degenen die na hen kwamen, waren allen theologisch gevormd.

Een huwelijksvoltrekking in de Menistenkerk

Voor Harry Lindeman, eigenaar van de voormalige Menistenkerk aan de Stadsgravenstraat, is het wel duidelijk ‘deze voormalige Menisten kerk is een monumentale parel van Enschede en wij gaan er nu iets heel moois van maken”
Harry Lindeman is sinds 1998 eigenaar van deze kerk die tot 2015 als discotheek dienst heeft gedaan. Nadat de discotheek zijn deuren heeft gesloten is Harry Lindeman op zoek naar nieuwe huurders voor dit monumentale pand. 
Inmiddels is het discotheek meubilair en een groot deel van de vaste inrichting verwijderd en is de buitenlicht toetreding aanzienlijk verbetert. Dat was volgens Harry Lindeman mogelijk geworden door het verwijderen van een aantal bouwkundige wanden die destijds zijn aangebracht om de geluidsisolatie te verbeteren. Mede hierdoor zijn er een aantal bijzondere glas in lood ramen tevoorschijn gekomen die zijn ontworpen en gemaakt door de bekende Willem Bogtman die leefde in Haarlem van 1882 tot 1955.

 

Willem Bogtman was  een Nederlandse grafisch ontwerper, glasschilder, monumentaal kunstenaar, glazenier en vervaardiger van mozaïeken. De grote doorbraak in zijn werk was de gigantische opdracht voor het maken van een overkapping van het Scheepvaarthuis te Amsterdam. Deze overkapping is 106 m² groot. Tegenwoordig staat dit kunstwerk in glas-in-lood, samen met de schitterende door A. le Comte in 1921 gemaakte glas-in-loodramen in het trapportaal van de villa Rams-Woerthe te Steenwijk, op de plaatsen 9 en 10 van de door de UNESCO geselecteerde Top 10-objecten uit het Nederlands Cultuurhistorisch Erfgoed.
Dat deze ramen nu zijn herontdekt is op zijn minst zeer opmerkelijk en de nieuwe gebruikers van de kerk kunnen de glas in loodramen straks in alle schoonheid bewonderen. Volgens Harry Lindeman ontbreekt er toch nog één raam in de gevel en hij sluit niet uit de speurtocht hierna alsnog te beginnen.
Wat nu precies de nieuwe functie in de voormalige kerk gaat worden is nog niet bekend ofschoon Harry Lindeman op dit moment in gesprek is met een aantal ondernemers die belangstelling hebben getoond. Hij is wel van mening dat de nieuwe functie in overeenstemming en harmonie moet zijn met de historie van dit bijzondere monumentale pand dat Enschede rijk is.
Vooralsnog wordt het kerkje verder gerenoveerd. Er is al buitenschilderwerk uitgevoerd en het pand is meer geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik. Voor Harry Lindeman blijft het een uitdaging om een goede herbestemming te vinden.

 

STADSBROUWERIJ IN VOORMALIGE MENISTEN KERK GEOPEND.

 

De Stadsbrouwerij in de voormalige Menistenkerk aan de Stadsgravenstraat  is op 01 oktober 2018  geopend. De brouwerij van Stanislaus Brewskovitch beschikt over een brouwerij, een pub en een proeflokaal. Ofschoon de brouwketels nog niet vanuit China zijn gearriveerd kan het publiek al wel kennismaken met deze voor Enschede unieke horecagelegenheid met stadsbrouwerij.
Vanaf de oude Markt is de voormalige Menisten kerk [een gemeentelijk monument]  nog net te zien. Vanaf 1769 heeft op deze plaats de Menistenkerk gestaan die bij de stadsbrand van 7 mei 1862 geheel werd verwoest. De kerk werd echter herbouwd en opnieuw in gebruik genomen in 1864. De doopsgezinde gemeente heeft het kerkgebouw in 1971 verkocht waarna het verschillende bestemmingen heeft gehad.