E.H. van Heek  Gezicht op Enschede in de sneeuw.( 1901)
      De geschiedenis van de villa Jordaan en haar bewoners
De textielondernemers van Heek uit Twente hebben in de afgelopen eeuwen een belangrijke invloed gehad op de cultuurwaarden in Nederland en ver daarbuiten. Zowel de beeldende kunst als historische gebouwen hadden een grote aantrekkingskracht op de van Heek’s. Het was Bertha Jordaan van Heek [1876-1960] de dochter van Gerrit Jan van Heek (de oprichter van de textielindustrie in Enschede) die al op jonge leeftijd geïnteresseerd was in de schilderkunst. Haar grote voorbeeld was Alexis Vollon in Parijs waar ze schilderlessen volgde.
In 1904 trouwde Bertha van Heek met de arts Theodoor ter Kuile. Het huwelijk werd na ongeveer een jaar weer ontbonden. In 1907 trouwde ze opnieuw, nu met Jan Jordaan, telg uit een Twentse textielfamilie. Zelf was hij bankier in Parijs, vanaf 1909 bij zijn eigen bank Jordaan en Cie., waarin verschillende familieleden van Van Heek deelnamen. Het paar woonde een deel van het jaar in Neuilly sur Seine bij Parijs. Het huwelijk bleef kinderloos – het enige kind dat ze kregen, stierf vlak na de geboorte (10-6-1910), en werd in Enschede begraven. Op de grafsteen staat vermeld: een eendagsvlinder.
Bertha van Heek was het tiende kind van de welvarende en invloedrijke Twentse textielfabrikant Gerrit Jan van Heek en zijn tweede – Duitse – vrouw, Christine Meier. Ze had vier broers en drie zussen, en drie halfbroers en twee halfzussen uit het eerste huwelijk van haar vader. Het gezin woonde in het ‘Huis met de hoge stoep’, prominent gelegen aan de Markt in Enschede, en in de zomer op landgoed ’t Stroot in het naburige Twekkelo. De vader was van 1869 tot 1895 lid van de Provinciale Staten van Overijssel en zat van 1895 tot 1903 in de Eerste Kamer.
Na het overlijden van Bertha van Jordaan-van Heek in 1960 is het totale bezit van Haus Welbergen en de villa Jordaan ondergebracht in de Bertha Jordaan van Heek stichting. Doelstelling van de stichting is de instandhouding van het totale bezit alsmede de kunstzinnige uitwisseling tussen Duitsland en Nederland.
De geschiedenis van de Haus Rotenberghe is begonnen met de aankoop van jachtgronden in Gronau en Witteringen door Jan Jordaan. Jan Jordaan was van de Duitse tak van de familie Jordaan en woonde in Gronau. Meestal werd op de jachtgronden begonnen met de bouw van een theehuis of jachthut want de jacht was ook in deze familie een cultuurbezit. Rotenbergh (de rode berg 95,9 meter hoog ) was een unieke plaats om een huis te bouwen en in 1922 werd gestart met de bouw en in 1924 werd de villa Jordaan opgeleverd. Het ontwerp van het huis is van de regeringsarchitect Alfred Hensen (1869 tot 1931) uit Münster. De landhuizen van de Franse adel (Maison de plaisance) uit de 18e eeuw diende als voorbeeld. De architectuur van het twee verdiepingen tellende, gestucte landhuis is een succesvolle combinatie van Franse barokke en classicistische stijlen en designelementen op het circa twee hectare groot terrein.

 

 

 

De steile oprijlaan naar het landhuis is beveiligd door een neo-barokke poort. De familie Jordaan woonde in Haus Rotenberghe en ook in Parijs in verband met de zakelijke bankactiviteiten van Jan Jordaan de Banque Jordaan & Cie, Paris. Dat er bestaansrecht was voor een bank in Parijs kwam vooral door de Twentse textielindustrie die er de voorkeur aan gaf om voor buitenlandse financiële transacties met bekende familieleden bankzaken te doen. De bank van Jan Jordaan was eveneens een succes omdat Franse klanten bij de bank van Jordaan geen kerkbelasting hoefde te betalen. Maar wonen in Parijs was voor Bertha Jordaan van Heek geen optie en zij gaf er toch de voorkeur aan om in Haus Rotenberghe te wonen. Jan Jordaan is overleden op 25 mei 1935 in Neuilly Sur Seine nabij Parijs, hij was toen 61 jaar oud.
Bertha kreeg haar eerste tekenlessen van de Enschedese schilder-fotograaf Lambertus Johannes Bruna. In Dresden kreeg ze schilderles aan de oevers van de Elbe. Daarna, rond 1895-1896, was ze korte tijd in de leer bij schilder Sieger Baukema in Heelsum – samen met Gus woonde ze bij hem in. In de jaren 1897-1900 was de in Amsterdam werkzame schilder Arnold Gorter haar leermeester. Ze ontmoette hem een paar keer per jaar. Daarnaast stuurde zij hem teken- en schilderwerk op, waar hij vervolgens per brief zijn oordeel over gaf. In het Louvre en het Rijksmuseum kopieerde Bertha werk van bekende meesters. Thuis werkte ze met Gus in een atelier op zolder. Ze schilderde in haar vroege jaren vooral stillevens van bloemen en jachttrofeeën, landschappen en portretten van Twentse boeren en boerinnen.
Schilderij van Bertha Jordaan van Heek uit 1925 met de voorstelling van Haus Rotenberghe
Bij een van haar schildertochten door de regio kwam ze bij toeval Haus Welbergen tegen dat toen te koop stond.  Haus Welbergen stond al jaren leeg en er was sprake van groot achterstallig onderhoud. Voor Bertha Jordaan van Heek was dit een uitdaging en ze heeft er jaren tijd en aandacht aan besteedt om het huis weer in een goede staat te brengen. In 1959 ongeveer een jaar voor haar dood heeft ze alle bezittingen van Haus Welbergen en Haus Rotenbergh ondergebracht in een stichting.
Waarschijnlijk bezocht Bertha in Enschede de Franse School voor Meisjes. Omstreeks 1894 zat ze op de kostschool Benvenuta in De Steeg en in 1895 woonde ze samen met haar oudere zus Tinie een aantal maanden bij een Engels dame in Dresden, waar zij muziek-, teken- en naailessen volgden en deelnamen aan het sociale leven.
In Enschede speelde Bertha’s leven zich vooral af binnen de eigen familie en in de ‘krans’ van leeftijdgenoten uit andere textielfamilies. Toen ze twaalf jaar was, werd een nieuwe stoommachine van de Boekelosche Stoomblekerij naar haar ‘Engelbertha’ genoemd. Af en toe maakte ze een buitenlandse reis: in 1897 ging ze met haar vader, moeder en zus Gus naar Noorwegen en in 1900 reisde ze met Gus en broer Jan naar Italië. Daarbij zaten ze alle drie veel te tekenen. Het snelle schetsen ging Gus beter af dan Bertha, die meer tijd en rust nodig had, aldus Jan Herman in zijn Herinneringen (1946). Ook bracht ze al voor de Eerste Wereldoorlog een bezoek aan Parijs.
Sinds 1962 heeft de University Society Münster van de Westfaalse Wilhelms Universiteit van Münster Haus Rotenberghe voor meerdaagse wetenschappelijke seminars en colleges in gebruik. De universiteit heeft ruim 45000 studenten en heeft ook een wetenschappelijke samenwerking met de Universiteit Twente in Enschede.
In 2012 werd de villa Jordaan wegens brandveiligheidsredenen noodgedwongen gesloten.  De bestuursleden van de universitaire vereniging, de Bertha Jordaan-van Heek stichting en het architectenbureau Pfeiffer Ellermann Preckel hebben intensief gewerkt aan een oplossing voor het brandveiligheidsprobleem. Uiteindelijk werd die gevonden om van de bestaande liftschacht een brandtrappenhuis te maken. Daarnaast zijn een aantal aanvullende restauratiewerkzaamheden uitgevoerd.  Vanaf 1 november 2018 is  Haus Rotenberghe voor de universiteit Munster weer beschikbaar voor wetenschappelijke seminars en colleges van meerdere dagen met overnachting voor maximaal 28 personen.
De renovatie is uitgevoerd onder toezicht, voorwaarden en gedeeltelijke financiering van Denkmalschutz (in Nederland de Rijksdienst voor cultureel erfgoed). Een van de voorwaarden van Denkmalschutz is dat de balkons om constructieve redenen niet meer mogen worden gebruikt. Daarnaast zijn er eisen gesteld aan het behoud en restauratie van het interieur van het huis. De totale renovatiekosten van de villa Jordaan bedroegen bijna een miljoen euro. Het project is gefinancierd uit eigen donaties, fondsen en overheid subsidies. De districtsregering van Rijnland Westfalen heeft voor de villa "om het bestaan ​​en de werking van de Villa Jordaan te verzekeren," een en ander contractueel vastgelegd voor de komende 30 jaar met de optie van nog eens 20 jaar.

 

Het interieur van het huis is een combinatie van eigentijdse voorzieningen voor studeer- en logeerfaciliteiten en in de overige ruimten ingericht in de stijl van de Franse Rococo. Het huis ademt nog steeds de sfeer van de familie Jordaan-van Heek en is voor de studenten een oase van rust en comfort.
Aangezien de liftruimte over meerdere verdiepingen is omgebouwd tot een noodtrappenhuis is mede hierdoor de villa Jordaan niet meer rolstoel toegankelijk. Dat was voor de universiteit Munster reden om in de nabijheid van het huis een “logeerhuis” te bouwen dat geheel geschikt is voor gehandicapten. Dit huis krijgt een licht Hollands karakter en de bouw hiervan start in 2019.
Vanuit het huis is er een prachtig uitzicht op het omringende landschap. Naar de westzijde is de stad Ochtrup te zien en in oostelijke richting de kerktoren van Wettringen.  Op de helling weide staan solitaire bomen die een mooie compositie vormen met het omliggende landschap. Helaas doet de horizonvervuiling van tientallen windmolens afbreuk aan het uitzicht.

 

 

 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de Haus Rotenbergeh niet beschadigd. In de oorlog woonde Bertha Jordaan-van Heek bij haar familie in Nederland omdat ze in Duitsland tot ongewenst persoon werd verklaard. Zowel Haus Rotenberghe en Haus Welbergen waren inmiddels door de Duitsers gevorderd. Tijdens de oorlog was er waarschijnlijk een “verwalter” in Haus Rotenberghe gehuisvest. Het heeft Bertha veel moeite gekost om na de tweede wereldoorlog haar bezittingen weer terug te krijgen wat uiteindelijk gelukt is.
Reputatie en nalatenschap.
Bertha Jordaan-van Heek wordt omschreven als een hartelijke en gastvrije vrouw. Uit een brief van de schilder Gorter aan Bertha uit 1899 blijkt dat zij in haar jonge jaren aandrang voelde ‘om iets te betekenen, om ook te strijden tegen al het kleinzielige en conventionele’ (geciteerd. Hammer-Stroeve 2001, 167).
Zij was heel vrijgevig. Zo ondersteunde zij het pensioenfonds voor predikanten in Enschede, schonk zij de katholieke parochie van Wettringen in 1937 een schuld van negenduizend gulden kwijt, en schonk zij geld aan de Nederlandse Vereniging in Parijs. In 1943 doneerde zij zevenduizend gulden ter ondersteuning van joodse onderduikers. Ook familieleden kregen regelmatig iets toegestopt, evenals hulpbehoevenden in de omgeving van Welbergen, waar zij bekend stond als ‘Tante Bertha’ of ‘Tante Bout’.
Bertha Jordaan van Heek en haar echtgenoot Jan Jordaan liggen beiden begraven op de privé begraafplaats op het landgoed Rotenberghe.

Ten slotte.

Het is de stichting Bertha Jordaan-van Heek in samenwerking met de Universiteit Munster gelukt om de instandhouding van Haus Rotenberghe over lange tijd te garanderen. Met respect voor het verleden is het gelukt om in een combinatie van een studeer omgeving en een comfortabel huis studenten en hoogleraren een aangenaam verblijf aan te bieden met een cultuurhistorisch verleden. Wij complimenteren alle betrokkenen met het behaalde resultaat van dit waardevolle culturele erfgoed.
Literatuur;
  • Jan Herman van Heek, Herinneringen aan en rondom het Van Heekshuis, 1942(Enschedé 1946).
  • Jan van den Dungen, Vrouw zonder land. Levensschets van Bertha Jordaan-van Heek(Enschede 1993).
  • Nijhof, Kunst, katoen en kastelen: J.H. van Heek (1873-1957)(Zwolle 2008).
  • Enschede, Stadsarchief: BS (geboorte, huwelijken, echtscheiding)
Illustraties;
  • Portret van Bertha van Heek, door onbekende kunstenaar, ongedateerd (Huis Welbergen).
  • Huis Welbergen, door Bertha van Heek, 1930 (Huis Welbergen).
  • Foto’s stichting cultureel erfgoed Enschede
Interviews
  • De heer J.B. van Heek. Lid bestuur stichting Bertha Jordaan van Heek.
  • De heer M. Kuypers. Universiteit Munster.

 

 

2. entree Rotenberghe
DSC01364
DSC01303
Foto's Bertha en Jan Jordaan
DSC01315
DSC01353
DSC01315
DSC01328
DSC01377
DSC01305
DSC01320
DSC01327
DSC01338
DSC01344
DSC04636
DSC01363
DSC01377
previous arrow
next arrow