De optocht van de krentenwegge op weg via de Pathmossingel in Enschede.
Het aanbieden van een krentenwegge is een oeroude traditie, zeker bij de eerstgeborene. Dit aanbieden gaf blijk van hechte gemeenschapszin . De hele dorps- of buurtgemeenschap was er dan ook bij betrokken. Er werden rijmpjes geschreven op kraamvrouw en kraamheer. Op een afgesproken dag en uur haalden de mannen het brood bij de bakker op (bekans hoonderd poond), dat hij op een ladder vervoerd moest worden.
Dikwijls werd dan voorop zo`n ladder een ooievaar gezet en hing er achterop een vaatje brandewijn, bestemd voor de "wieze moer", die het borelingske er vervolgens volgens oude traditie mee moest wassen, maar de drank vaak ook voor eigen gebruik benutte. Onder luid gezang ging de stoet op het kroamhoes an.
Vaak werden de vrouwen al vooruit gegaan met hun hengselmanden en karabiezen gevuld met allerlei lekkers, bungelend aan "de kromme arm" . Wanneer de noabers met de krentenwegge bij het kroamhoes aankwamen, werden eerst de rijmpjes opgezegd. Hieruit bleek hartelijke genegenheid en kameraadschappelijke welgezindheid. Het laatste rijmpje was een uitnodiging aan de kraamheer zijn kind te laten zien:
 Mi´j dunkt, dat geet toch zoo moar nig I´j teunt oons eerst het kleine wich En as an de eischen zint voloan Zöw met di´j noar binnen hen goan.
 Het hele gebeuren was een duidelijke vorm van opnemingsritueel. Op de drempel van zijn huis hief de kraamheer vol trots het “kleine wich” hoog op. Dit was een zinrijke handeling, waardoor hij niet alleen het kind voor de ogen van de gemeenschap erkende, maar het daardoor tevens opgenomen wist in de vriendschapssfeer van de noaberschap.
Daarna gingen de mannen mee naar binnen en allen van het kroamschuddersmoaltien. De krentenwegge wordt tegenwoordig niet alleen meer gekocht als men gaat "kroamschudden" maar ook vaak als souvenir voor thuis na een bezoek aan Ootmarsum of als cadeau voor de "thuisblijvers" maar krentenwegge kan ook gebruikt worden als traktatie op het werk of op een verjaardag in plaats van gebak.
Om een krentenwegge te maken wordt eerst een deeg gemaakt van alle grondstoffen behalve de krenten, deze worden pas op het laatst toegevoegd zodat de krenten niet kapot gaan in het deeg en zo de smaak en de kleur van het deeg nadelig beïnvloeden. Daarna wordt het deeg afgewogen in verschillende gewichten voor de verschillende maten, na een korte rust periode worden de deegstukken opgemaakt tot het gewenste model en op platen geplaatst in een houten raamwerk en met latten van elkaar gescheiden. Dan worden ze na een korte narijs gebakken.
Bron: Twenthe Het oude land,  (Anneke Koers)