De Natuurschoon wet 1928 biedt eigenaren van landgoederen belastingvoordelen onder de voorwaarde dat zij het landgoed en het
natuurschoon in stand houden. Door deze fiscale faciliteiten is het verkrijgen en het instandhouden van landgoederen bijzonder interessant.
Voor zowel historische landgoederen, die al jarenlang van generatie tot generatie in stand worden gehouden, als nieuwe landgoederen. In deze economisch roerige tijden zoekt men naar vindingrijke oplossingen om met weinig risico het huidige vermogen te beleggen dan wel zo veel mogelijk in stand te houden. Het verkrijgen/vormen van een landgoed kan aantrekkelijk zijn voor eigen gebruik, maar ook als belegging.
Daarnaast kan een landgoed mogelijkheden bieden om (familie)kapitaal te beschermen.
Wat is een landgoed? Niet iedere onroerende zaak komt hiervoor in aanmerking. De voorwaarden zijn vastgelegd in het rangschikkingsbesluit.
Om zelfstandig als landgoed te kunnen worden aangemerkt moet de onroerende zaak voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de oppervlakte van een te rangschikken landgoed dient tenminste 5 hectare te bedragen;
b. het landgoed moet een aaneengesloten gebied vormen;
c. tenminste 30% van de totale oppervlakte is bedekt met houtopstanden
of bestaat uit natuurterreinen;
d. het gebruik van het landgoed mag geen inbreuk maken op het natuurschoon.
Wanneer er niet wordt voldaan aan het oppervlakte-vereiste van 5 hectare bestaat nog de mogelijkheid van een samenwerkrangschikking of een aanleunrangschikking.
De verkrijging van een landgoed is vrijgesteld van overdrachtsbelasting, onder de voorwaarde dat het landgoed 25 jaar na de verkrijging
als zodanig in stand wordt gehouden. Deze voorwaarde wordt ook wel de instandhoudingseis genoemd. Daarnaast zijn er jaarlijkse
faciliteiten. Een landgoed, met uitzondering van de gebouwen, is voor wat betreft de heffing van inkomstenbelasting vrijgesteld van
vermogensrendementsheffing. Bij het bepalen van de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelasting wordt de waarde van onbebouwde
eigendommen van een landgoed buiten beschouwing gelaten.
Overgang tijdens leven of na overlijden. Wanneer men vermogen verkrijgt door een schenking of overlijden dient over deze verkrijging
belasting te worden betaald. Indien het echter de schenking of vererving van een landgoed betreft, bestaan er aanzienlijke faciliteiten. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen voor het publiek ‘opengestelde’  landgoederen en ‘niet-opengestelde’ landgoederen. Indien een landgoed
is opengesteld voor het publiek wordt de waarde van het landgoed voor de heffing op nihil gesteld. Er is dan geen belasting verschuldigd.
Wanneer het landgoed niet is opengesteld voor het publiek wordt geheven over de helft van de bestemmingswaarde van het landgoed. Aan
deze faciliteiten zijn 2 voorwaarden verbonden: een instandhoudingseis van 25 jaar en een bezitseis van 25 jaar.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de faciliteiten is het van belang dat testamenten worden afgestemd op de meest recente fiscale
wetswijzigingen.
Landgoedvennootschap. In de praktijk vindt de oprichting van een landgoed B.V. vaak plaats om bij een overlijden versnippering van een
landgoed te voorkomen en het beheer daarover te concentreren bij één of enkele personen. Vaak zijn dit personen die affiniteit met het landgoed hebben en het landgoed zo lang mogelijk als één geheel als familiebezit in stand willen houden. Ook blijkt de oprichting van een landgoed B.V. soms verband te houden met de wens van ouders om kinderen alvast te betrekken bij het landgoed. Ook voor een landgoed B.V. gelden – onder voorwaarden – de fiscale faciliteiten. De invoering van de Wet Flex B.V. per 1 oktober 2012 biedt voor landgoed B.V.’s meer mogelijkheden. De auteurs zijn gespecialiseerd in de Natuurschoonwet en adviseren
in zaken die direct of indirect samenhangen met landgoederen en de Natuurschoonwet.
Reageren?
Mr. C. (Chantal)
Kolk (l.) en mr. D.M.
(Daniëlle) Oosten (r.),
kandidaat-notarissen
bij KienhuisHoving
advocaten en notarissen