KOETSHUIS DEURNINGERSTRAAT
De Deurningerstraat in Enschede is nu typisch een straat die vooral aantrekkelijk is door de verscheidenheid van winkels en voorzieningen. Maar let op want deze straat heeft een lange geschiedenis, en die is nog steeds af te lezen aan een aantal objecten. Het Boerenkerkhof is daar een mooi voorbeeld van. In 1828 werd bij Koninklijk Besluit het begraven in kerken verboden. Begraafplaatsen mochten alleen nog buiten de bebouwde kom aangelegd worden. De gemeente Lonneker (waartoe dit deel van Enschede destijds behoorde) liet haar keus vallen op een perceel heidegrond aan de Korte Steeg (thans Deurningerstraat).

De achterzijde van het voormalige koetshuis

Op de bovenstaande foto is het restant van het koetshuis te zien. Vermoedelijk behoorde het ooit bij de – op de hoek van de Hengelosestraat en de Deurningerstraat gelegen – villa De Verrenhof van de textielfabrikant Helmich August van Heek. Daar recht tegenover stond de villa van diens neef Abraham Ledeboer (later Pension Kleiboer). Zowel De Verrenhof als Villa Ledeboer zijn in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw gesloopt.
Wat overgebleven is staat nu als winkel aan de Deurningerstraat. Helaas is het pand voor wat betreft de begane grond niet meer in de originele staat. Overigens een  mooi voorbeeld op welke wijze Welstand van de gemeente Enschede destijds invulling gaven aan historische gebouwen.
De eigenaar van villa Verrenhof was zoals gezegd Helmich August van Heek [1840-1917]. Hij was de zoon van Gerrit Jan van Heek en Margaretha Hermina ter Kuile en woonde als weduwnaar met zijn vijf kinderen in villa De Verrenhof op Hengelosestraat nr. 32 (nu een flatgebouw) In 1918 zou zijn jongste zoon Nico er gaan wonen.